Na het schrijven van het vorige artikel “Luzerne als ruwvoer” kwam als een automatisme het onderwerp lijnzaad naar boven. Lijnzaad wordt in verschillende vormen in de konijnenwereld gebruikt. De meningen over lijnzaad zijn enorm verdeeld en dat maakt het schrijven van een artikel niet makkelijker.
Wat is lijnzaad?
Lijnzaad wordt gewonnen uit de vlasplant. Vlas (Linum usitatissimum) is een plant uit de vlasfamilie en is een van de oudst verbouwde gewassen ter wereld. Verschillende rassen worden verbouwd voor de teelt van vezelvlas om bijvoorbeeld linnen van te maken of olievlas voor de winning van lijnzaadolie. Er zijn rassen die bruine of gele zaden geven.
Wat heeft het te bieden?
Lijnzaad is erg gezond voor mens en dier. Het zit vol vitamines, mineralen en gezonde vetten. Het bevat daarnaast ook nog eens relatief veel eiwit (ca. 25%) en vezels. Lijnzaad is bekend om de omega-vetzuren. Deze vetzuren hebben een ontstekingsremmend effect. Een goede balans tussen de vetzuren heeft een positief effect op het immuunsysteem. Lijnzaad bevat verschillende soorten zuren (alfa-linoleen– en linolzuur) die, eenmaal omgezet in de darmen, samen een ideale verhouding tussen omega 3 en 6 vetzuren vormen. Konijnen met darmproblemen kunnen moeite met de omzetting hebben. Konijnen die ’s zomers veel en regelmatig gras eten krijgen via het gras al omega-3 binnen.
Lijnzaad wordt in de konijnenwereld vaak tijdens de rui ingezet. Doordat konijnen zichzelf en elkaar grondig schoonhouden krijgen ze tijdens die verzorging nogal wat haar binnen. De olie in lijnzaad zorgt voor een soepelere stoelgang en daardoor een verminderde kans op een verstopping. Het laxerende effect wordt veroorzaakt door de slijmstof die in de zaden zit. Het slijm trekt water aan, het volume neemt daardoor toe en bevordert daarmee de darmwerking.
Maar lijnzaad heeft meer te bieden. Het heeft ook een positief effect op de pels. De vacht wordt glanzender en de verharing verloopt sneller, wat positief is voor de gehele gezondheid.
Blauwzuur
Lijnzaad bevat een plantengif met de naam Cyanogene glycosiden, wat beter bekend staat als blauwzuur. Dit gif zit onder andere ook in appel- en kersenpitten. Als dit gif in aanraking komt met een enzym, dat ook in het lijnzaadje aanwezig is, wordt blauwzuurgas gevormd. De lever, de nieren, het hart en de maag van een konijn bevat een enzym (Rhodanese) dat cyanide ontgiftigt. Blauwzuur stapelt zich niet in het lichaam, door de aanwezigheid van dit enzym. Het stofwisselingsproces kan echter bij een te grote hoeveelheid blauwzuur stagneren met de dood tot gevolg.
Door lijnzaad te koken (10 minuten: 4 delen water, 1 deel lijnzaad) komt het blauwzuurgas vrij en vervliegt het. Nadeel is wel dat de kwaliteit en de positieve eigenschappen verminderen. Bij het koken ontstaat een slijmerige brij die erg goed werkt tegen een verstopping doordat het in de darmen water aantrekt zoals beschreven. Het is wel belangrijk om je konijn na het toedienen voldoende water te laten drinken. Indien nodig lauw water met een spuitje voorzichtig in de bek brengen.
In welke vormen is lijnzaad beschikbaar?
Lijnzaad (heel)
Ten eerste hebben we het zaad in de oorspronkelijke vorm. Er is een bruine en een gele variant. In smaak en samenstelling is er nauwelijks verschil. In verhouding tot de bruine variant zou geel lijnzaad (ook wel blond genoemd) minder cyanide bevatten.
Van de hele zaden wordt gezegd dat het voeren ervan geen zin heeft. De zaden zijn zo klein dat het konijn ze niet fijn kan kauwen. Het spijsverteringsstelsel zou ook niet in staat zijn om de harde buitenkant van de zaden te doorbreken. Het lijnzaad zou er met de keutels ongeschonden uit komen, waardoor het nauwelijks tot geen effect heeft.
Lijnzaad is waardevol voor meer diersoorten dan alleen konijnen. Uit de paardenwereld is ook bekend dat hele zaden in de ontlasting gevonden werden. Bij nader onderzoek bleken het echter lege omhulsels te zijn. Dat zou betekenen dat ook hele zaden hun werk wel doen en de inhoud wel degelijk verteerd en opgenomen wordt. Naar verhouding zal dit aandeel groter zijn bij gebroken zaad.
Lijnzaad bevat meer fosfor dan calcium (Ca : P als 0,4 : 1) waardoor lijnzaad, door deze scheve verhouding, een prima aanvulling op Luzerne is.
Gebroken of gemalen lijnzaad
Gebroken en gemalen lijnzaad heeft dezelfde werking als de hele zaden, met het verschil dat de zaden gebroken, gekneusd of gemalen zijn. Daardoor is de opname van de voedingsstoffen beter. Nadeel is dat het, door het aanwezige vet, snel ranzig wordt. Daardoor moet het altijd vers gemaakt en gevoerd worden.
Lijnzaadolie
Bepaalde vlassoorten worden geteeld vanwege de olie. Deze lijnzaadolie wordt koudgeperst waardoor de goede eigenschappen zo goed mogelijk behouden blijven. Lijnzaadolie bevat ook geen blauwzuurgas, waardoor het ook veilig te geven is.
Andere plantaardige oliesoorten (zonnebloem- of olijfolie) hebben ook een positief effect op de pels, maar missen wel het hoge gehalte aan omega-vetzuren.
Ten opzichte van lijnzaad mist de olie de slijmstof en kan het geopend niet zo lang bewaard worden.
Giet de olie over de brokjes van je eigen konijn en laat het even intrekken voordat je de brokjes voert. Houd de volgende dosering aan: 2 eetlepels over een kilo brokjes. Maak niet teveel ineens klaar. In tegenstelling tot lijnzaad, bevat lijnzaadolie heel weinig fosfor.
Lijnzaadschilfers en -schroot
Het restproduct van de lijnzaadolie-winning zijn de schilfers of het lijnzaadschroot Het restproduct wordt geperst en als veevoer (lijnkoek) op de markt gezet. Ook wordt het verwerkt in veel merken konijnenbrokken. Lijnzaadschroot bevat nauwelijks nog olie, maar bevat wel de meeste eiwitten per kg. Ook de overige voedingsstoffen zoals de fosfor en andere mineralen zitten er nog in, enkel de vitamines A,D en E zijn (waarschijnlijk) lager omdat dit vetgebonden vitamines zijn.
Gemicroniseerd lijnzaad
In deze vorm is het lijnzaad (heel of gebroken) kort gekookt en gedroogd, zodat het langer houdbaar is. Doordat het kort gekookt heeft, is het aanwezige blauwzuur verdwenen. Gemicroniseerd lijnzaad kan daardoor zonder wellen of koken gevoerd worden.
Lijnzaadbrokjes
Lijnzaadbrokjes worden geperst. Tijdens het persen worden ze kort verhit en weer afgekoeld. Daardoor verdwijnt het blauwzuurgas uit het brokje. Er zijn twee soorten brokjes. In de ene soort wordt alleen lijnzaad gebruikt en geen stoffen toegevoegd. Daardoor kruimelt het wat meer. Als er stoffen toegevoegd worden, zoals melasse, is de brok vaster van vorm.
Veel konijnen vinden de brokjes erg lekker. Afhankelijk van het gewicht van je konijn voer je 1tot 3 brokjes per dag. Bestel er niet teveel tegelijk, aangezien ze niet zo lang houdbaar zijn (max. 6 maanden).
Conclusie
Het moge duidelijk zijn dat lijnzaad veel positieve eigenschappen bezit die waardevol kunnen zijn voor mens en dier. Afhankelijk van het doel waarom je lijnzaad wilt voeren kan je kiezen uit een van de besproken vormen.
Hele lijnzaadjes, gekneusd of gebroken zijn het meest puur en bieden daardoor de meeste voordelen. In hele kleine hoeveelheden zou het konijnenlichaam zelf in staat moeten zijn om het zaad te ontgiften. Gekookt lijnzaad bevat nauwelijks blauwzuur meer, maar verliest door de verhitting ook deels ‘kracht’. Gekneusd, gebroken en gekookt lijnzaad is daarnaast heel beperkt houdbaar.
Met olie ben je zo goed als alle voordelen van de slijmstof kwijt. Na openen is de olie beperkt houdbaar (donker bewaren!). In de brokjes is ook een deel van de goede eigenschappen door verhitting verdwenen. Konijnen met overgewicht kan je beter geen lijnzaadbrokjes geven, maar bijvoorbeeld olie.
Welke vorm je ook kiest, voer lijnzaad met beleid. Het hele jaar door lijnzaad(olie) voeren maakt dat het konijnenlichaam er aan went, waardoor de werking vermindert. Bouw de gegeven hoeveelheid op, zoals met elk nieuw voer en houd de keutels in de gaten. Incidenteel voeren, om bijvoorbeeld een verstopping tegen te gaan tijdens de rui, heeft dan uiteraard weer minder effect op de langere termijn. Voer lijnzaad dus verstandig!