Het Gewicht

Het minimum gewicht van een volwassen Vlaamse Reus is 6 kilo. Jonge dieren mogen nog wat minder wegen (5,5 kilo). Als een Vlaamse reus eenmaal volgroeid is oogt het dier vaak het mooist bij een gewicht van ca. 7,5 met een max van 9 kilo. Een hoog gewicht wordt (door een keurmeester) gewaardeerd, maar mag nooit ten koste gaan van het type. Als een Vlaam te zwaar is in verhouding met de bouw, maakt het hoge gewicht er geen mooier dier van.

De wam is bij deze Vlaamse Reus goed zichtbaar

Veel voedsters van grote konijnenrassen vertonen, zeker als ze wat ouder zijn, een wam. Een wam is een huidplooi, gevormd door onderhuids vetweefsel, dat op de keel ligt. Deze huidplooi begint met een haarstuwing die overgaat in een wamaanzet en vervolgens in een wam.

Door de structuur van het vetweefsel en onder invloed van het hormoon oestrogeen wordt een enzym aangemaakt dat zorgt voor vetophoping. Hierdoor worden bloedvaten samengedrukt, die op hun beurt zorgen voor een wijziging in de structuur van de huid.

Een ram heeft veel minder vetmassa dan een voedster, waardoor een ram ook minder snel een wam zal ontwikkelen. Als een ram toch een wam ontwikkeld kan je hem beter niet voor de fok inzetten. De kans is groot dat hij teveel oestrogeen, vrouwelijke hormonen, heeft. Een wam kan deels ook erfelijk zijn, dus ook bij voedsters, met een aanleg voor een wam, is het beter om ze niet in te zetten voor de fok.

Eenmaal een wam gaat deze niet meer weg. Het heeft geen zin om de hoeveelheid voedsel te verminderen of de voedster op een specifiek dieet te zetten. Er wordt gezegd dat het voeren van oud (hard) brood de vorming van een wam bevorderd.

Een wam kan zich uiteindelijk in verschillende vormen uiten:

  • een dubbele wam; als je van opzij kijkt zie je twee huidplooien
  • een scheve wam; als je recht van voren kijkt zit de wam niet gecentreerd in het midden, maar meer naar links of naar rechts
  • een gedraaide wam
  • een beenwam; deze wam zit laag, boven de benen en niet direct onder de kin
  • een rol

Een enkelvoudige en correct gedragen wam (dus niet scheef of heel laag) wordt geaccepteerd tijdens een keuring, maar heeft niet de voorkeur.