Buitenkonijnen in de winter

Dagenlang volop zon zorgde ervoor dat onze konijnen het afgelopen zomers moeilijk hebben gehad. “Een konijn kan beter tegen kou, dan tegen warmte” wordt vaak gezegd en dat klopt. Een konijn kan wel tot -20° Celsius buiten blijven, maar er zijn wel degelijk enkele aandachtspunten waar we in de winter rekening mee moeten of kunnen houden. In deze post lopen we ze even na.

Wintervacht

Tegen het einde van augustus begint een buitenkonijn met het aanmaken van een wintervacht. Hier doet het ongeveer 3 maanden over. Tegen het einde van de herfst is de verharing compleet en beschikt het konijn over een dikke wintervacht waarmee de koude getrotseerd kan worden. Dat verklaart ook meteen waarom een binnenkonijn in oktober niet meer naar buiten verplaatst kan worden. Daarmee zal je moeten wachten tot volgend voorjaar.

Ook andersom is niet verstandig. Een konijn met een wintervacht kan niet naar binnen gehaald worden om te knuffelen om het vervolgens weer buiten te zetten. Een konijn kan slecht tegen warmte en zo’n dikke vacht maakt dat niet makkelijker.

Een ziek konijn heeft moeite om het eigen lichaam om temperatuur te houden. De normale temperatuur van een konijn ligt tussen de 38° en 39,5° Celsius. Als de temperatuur te veel daalt stoppen de darmen en wordt er geen voedsel verteerd. Het gevolg is dat het konijn ook niet meer eet. In dit soort gevallen geldt de noodsituatie en zal het konijn naar binnen gehaald en opgewarmd moeten worden, wintervacht of niet. Afhankelijk van het verloop kan het konijn nog naar buiten of is het verstandiger om het binnen te houden tot de lente.

Met jonge en oudere konijnen moet je opletten. Heel jonge konijnen (< 4 maanden) hebben niet de kans gehad om een volledige wintervacht te maken.
Oudere konijnen komen niet altijd even soepel door de verharing. Controleer de pels van beiden goed om te bepalen of buiten huisvesten al/nog wenselijk is.

Om de temperatuur van een konijn nauwkeurig te controleren gebruik je een thermometer. Een snelle controle kan je uitvoeren door even in het kuiltje in de nek te voelen. Koude oren zijn namelijk geen goede graadmeter.

Huisvesting

Voor de zomermaanden niet zo, maar voor de wintermaanden des te belangrijker: het schuilhok. Konijnen moeten een plek hebben waar ze vocht- en tochtvrij kunnen zitten.

Regelmatig komen foto’s van soortgelijke hokken op social media voorbij waar, met behulp van plexiglas of plastic, de traliepanelen zijn afgeschermd. Deze maatregelen zorgen er misschien wel voor dat er geen tocht binnen kan komen, maar kan er ook voor zorgen dat er onvoldoende luchtverversing plaats vindt. Een jute zak of winddoeken kunnen goede dienst doen.

Controle op kieren en gaten kan eenvoudig door in het donker met een zaklamp tegen het hok te schijnen. Daar waar licht naar binnen schijnt, kan de wind doorheen blazen. Overigens wordt een konijn niet ziek van de tocht zelf, maar wel door de temperatuurwissel die het veroorzaakt.

Stro geeft meer warmte dan hooi. Doordat stro een soort holle buisjes zijn, wordt de stilstaande lucht opgewarmd en het houdt het warmte vast. Een goede tip die ik ooit ergens las was het plaatsen van een kartonnen doos in het schuilhok die net iets kleiner is als de ruimte zelf. Vul de ruimte tussen de wanden van het hok en de doos op met stro. Zowel het stro als het karton zorgen voor een prachtige isolerende laag.

Een konijn behoort niet alleen te zitten, zeker buiten niet. Een maatje zorgt, naast gezelschap, ook voor warmte als ze tegen elkaar aan liggen.

Voedsel

Onbeperkte aanwezigheid van hooi is in alle jaargetijden noodzakelijk. Bij koude wordt over het algemeen meer energie gebruikt dan normaal. De verbranding gaat sneller. Een konijn is, van nature, echter wel ‘gewend’ aan periodes waarin er minder en voornamelijk schraal voedsel aanwezig is. Onze tamme konijnen staan inmiddels wel wat verder van het wilde konijn af. Meer voeren of hoogwaardiger voer geven zonder controle is echter nooit een goed plan. Mijn advies luidt dan ook om altijd te voeren “op het oog”. Controleer de konijnen regelmatig door ze te bevoelen en desnoods te wegen. Laat je daarbij niet bedotten door de dikke vacht!

Water in de winter is een verhaal apart. Ik ben geen voorstander van een drinkfles, niet in de zomer en zeker niet in de winter. De tuit van een fles kan eenvoudig bevriezen waardoor er geen water meer uit komt. Ik kies dus altijd voor een waterbak. Ververs deze regelmatig en het liefst op vaste tijden. Bij bevriezing leert een konijn dan al snel wanneer er een mogelijkheid tot drinken is. Ook voedsel waar veel vocht in zit is dan een optie.
(Druiven)Suiker in het water doet meer kwaad dan goed. Het voorkomt bevriezing niet, maar is wel ongunstig voor de darmbacteriën.

Conclusie

Bereid de komst van de winter ruim op tijd voor. Controleer het verblijf, voldoet alles nog? Zijn er kieren of gaten ontstaan die gedicht moeten worden? Is er voldoende stro aanwezig?
[Tip: bij veel boeren of maneges is stro voor een schappelijke prijs te verkrijgen en vaak van een betere kwaliteit dat het strak in plastic geperste spul]. Misschien kan je wat voederbieten of iets dergelijks inslaan. Pas de maatregelen echter niet te vroeg toe. Pas als het echt koud wordt is het vroeg genoeg. Een konijn heeft niet voor niets zo’n handige wintervacht.


Gerelateerde berichten