Bijna dagelijks lees ik wel een bericht op Facebook met bovenstaande of soortgelijke vraag. Vervolgens komen daar tal van antwoorden op. In deze blogpost ga ik je vertellen welk merk het allerbest is.
Inmiddels is wel bekend dat de meeste muesli’s (gemengde voeders) afgeraden worden. Als reden wordt het lage vezel- en het hoge suikergehalte genoemd. Konijnen eten selectief alleen de lekkere stukjes eruit waardoor dit type voer in een koppel of groep konijnen nog minder geschikt is.
Een pellet, ook wel biks genoemd, is dan een betere keuze. Tenminste, als je überhaupt brokken wilt voeren. Er is een groeiende groep eigenaren die van mening is dat het voeren van een mengsel van alleen groenten, grassen en (on)kruiden de beste optie is.
De commercie is jaren geleden al ingesprongen op de vraag van de markt en heeft voer ontwikkeld om het gemak van de mens te dienen en de productie omhoog te stuwen. Een brok is immers veel makkelijker in grote hoeveelheden te voeren dan het zelf op pad gaan om het dagelijks rantsoen samen te stellen.
Fabrikanten brachten in eerste instantie voornamelijk voer op de markt dat bedoeld was voor vee. De melk- en vleesproductie, maar ook huiden en eieren waren immers belangrijk voor de verkoop? Vanaf 1850 is in Engeland het eerste brokvoer voor huisdieren ontstaan. In eerste instantie een soort biscuit voor honden en katten. Later zijn daar ook andere diersoorten bijgekomen, waaronder konijnen. Het belang was echter nog steeds vlees en pels. De brok was er dan ook voornamelijk op gericht om jonge dieren snel groot te krijgen. Er was niet of nauwelijks aandacht voor gezondheid of onderzoek naar de behoefte van een konijn. Vanaf ca. 1990 zien we om ons heen dat deze aandacht meer en meer gericht wordt op de gezondheid van het konijn op de lange termijn.
Commercie draait, logischerwijze, vooral op het maken van winst en dat is in diervoeders niet anders. Diervoeding is inmiddels ‘big business’ geworden. De fabrikanten roepen om het hardst dat hún product het beste, compleetste en natuurlijkste is.
Mooie foto’s en aantrekkelijke kreten, waarin de nadruk wordt gelegd op gezonde toevoegingen, moeten de consument overhalen het product te kopen. Daarbij wordt vaak gebruik gemaakt van “antropomorfisme” oftewel het vermenselijken van dieren. Omdat de verpakking voor ons als mens aantrekkelijk is, vertalen we dat naar onze dieren toe als “dat zal wel leuk, lekker, goed en gezond zijn”. Dat hoeft echter zeker niet altijd het geval te zijn. Veel artikelen in een dierenwinkel zijn helemaal niet zo goed als de fabrikant ons wil doen geloven. Als voorbeeld de knaagsteen welke “noodzakelijk is vanwege de extra mineralen en de noodzakelijke slijtage van de tanden”. Inmiddels weten de kenners dat een dergelijke knaagsteen meer kwaad dan goed doet.
Terug naar de vraag welk merk dan de beste is
We kijken dan naar de samenstelling van het voer, waarbij we gebruik maken van een lijstje met belangrijke waarden.
- 13-14% eiwit
- 3% of minder vet
- 14% of meer vezels
- 10% of minder as
- 1% of minder calcium
- Verhouding calcium : fosfor – tussen 1,5 en 2 : 1
- Vitamine A tussen 10.000 en 16.000 IE /KG
- Vitamine D tussen 800 en 1.200 IE /KG
- Vitamine E tussen 50 en 70 IE /KG
Vervolgens kan je dan een merk of soort langs de meetlat van bovenstaand eisenlijst leggen. Ik heb dat ook gedaan. Sterker nog, inmiddels heb ik meer dan 15 merken en bijna 80 soorten bekeken. Niet van elk merk is overigens eenvoudig te achterhalen wat de samenstelling is.
Al die merken en soorten heb ik in een spreadsheet gezet om zodoende de samenstelling te kunnen vergelijken en de allerbeste brok te kunnen kiezen. Ik was al snel een illusie armer. Er bestaat namelijk geen “beste brok”. Geen van de onderzochte soorten voldoet aan de ‘ideale samenstelling’ van het eisenlijstje. Aan elke soort ‘mankeert’ wel iets.
Is dat erg? Nee, dat lijkt me niet. Het hoofdvoedsel van een konijn is gras of hooi, vanwege de noodzaak van ruwvoer. Daarnaast heeft een konijn behoefte aan groen, in de vorm van groente en (on)kruiden. Slechts zo’n 5% van de dagelijkse hoeveelheid eten bestaat uit brokjes. Dat betekent dat er naar het totale aanbod van voedsel gekeken moet worden, inclusief groente, hooi, fruit, snoepjes, kruiden en brokjes.
Dat maakt het wel een stuk ingewikkelder, want wie weet precies hoeveel suiker er in het hooi zit, of hoeveel calcium in de paardebloembladeren of het loof van de wortelen?
Dan maakt het merk en de soort dus niet uit?
Ja, toch wel. Als een brok wat laag zit in vezel en jouw konijn eet voldoende hooi (eigen volume aan hooi per dag), dan mag de brok wel iets minder vezel bevatten. Zit er veel eiwit in de brok, dan moet je misschien geen hooi van de eerste snede geven. Jong groen bevat veel eiwit en koolhydraten. Doordat je weet wat de samenstelling van de brok is, weet je ook waar je meer of minder op moet letten.
Calcium, fosfor en de verhouding
Wat wel belangrijk is om naar te kijken is de hoeveelheid calcium, fosfor en de verhouding tussen die twee. Een konijn heeft calcium nodig voor o.a. de groei van tanden en kiezen, laten we daar duidelijk in zijn. Een teveel aan calcium is echter niet goed voor de nieren en de blaas. Fosfor zorg o.a. voor de opname van het calcium. De ideale verhouding van Calcium staat tot Fosfor (Ca/P) ligt op 2:1.
Conclusie: wat is nu het beste merk?
Ik heb je aan het begin van deze blogpost beloofd te vertellen wat het beste merk is. Je begrijpt inmiddels dat er geen “beste merk” bestaat. Je zult goed moeten kijken naar het totale aanbod in voeding en daar zelf een brok bij kiezen. Wat het ene konijn lekker vindt, zal een ander misschien laten staan. Dus ook de smaak van jouw konijn heeft invloed op de keuze.
Mocht je overstappen van de ene soort naar een ander, laat jouw konijn(en) dan langzaam wennen door steeds iets meer van de ‘oude’ soort te vervangen door de ‘nieuwe’.
Heb je interesse om mijn spreadsheet met merken en soorten te bekijken?
Je kunt het hieronder als een PDF bestand downloaden.
Coverfoto: de gekozen soorten en merken in de coverfoto zijn gebaseerd op toeval en hebben geenszins de intentie om een merk of soort boven een ander te prefereren.